Ontwikkelingen
De beste plek voor het kind
Project het nieuwe Den Vinckert 2
Den Vinckert 2 kreeg in 2022 nieuwe bewoners en een make-over. Het biedt een thuis aan acht schoolgaande en niet-schoolgaande jongeren in de leeftijd van 14-16 jaar. Het is het resultaat van een nieuwe visie, waarbij kinderen een eigen plek krijgen die past bij hun leeftijd en ontwikkelingsfase. Regiebehandelaar Juul Scharroo en regieverpleegkundige Geert Wouters waren nauw betrokken bij het project. Ze vertellen waarom de veranderingen nodig waren. Juul: “We merkten dat ouders van onze jongeren zich zorgen maken over de toekomst van hun kind. Er vinden veranderingen plaats op het gebied van gedrag, seksualiteit en gezondheid en de stap naar een volwassenengroep is groot. We wilden daarom een plek creëren waar de jongeren gezamenlijk naar die volwassenheid kunnen toegroeien. Want jongeren hebben andere behoeften dan kinderen, maar andere doelstellingen dan volwassenen.” Verrijken Door interne verplaatsingen op ’t Sandt en Den Vinckert ontstond ruimte voor de nieuwe groep in Den Vinckert 2. Alhoewel de voorbereidingen al enkele jaren geleden waren ingezet met gezamenlijke gesprekken tussen ouders en medewerkers over de droom van een jongerengroep, is het project in 2022 gerealiseerd en begin 2023 van start gegaan.
“Bij het samenstellen van de nieuwe groep hebben we gekeken naar wat we de jongeren willen bieden. Daarbij houden we rekening met de pubertijd, lichamelijke ontwikkeling en zelfredzaamheid”, vertelt Geert. “We hebben gestreefd naar een groep die zo goed mogelijk matcht. En de kans aangepakt om schoolgaande en niet-schoolgaande jongeren in één groep te plaatsen, zodat zij elkaars leefwereld kunnen verrijken.”
Gezinssituatie
Op de nieuwe groep werden de nodige aanpassingen gedaan om er een sfeervol thuis van te maken. Twee woonkamers garanderen dat iedere bewoner een eigen, veilige plek heeft. De bewoners zelf delen speelgoed, hebben fysiek contact met elkaar en ervaren mooie ontwikkelings- en interactiemomenten. “Den Vinckert 2 is nu een afdeling met rust en een goede sfeer. Op een heel natuurlijke manier is een gezinssituatie ontstaan. Ze kunnen hier toegroeien naar volwassenheid. En als ze klaar zijn om door te stromen, zijn ze goed voorbereid. Zo staat de cliënt altijd centraal”, aldus Juul.
Logeren in Kempenhaeghe
Kinderen en volwassenen met epilepsie zijn in Kempenhaeghe van harte welkom voor een logeerpartij. De invulling van logeren wordt daarbij goed voorbereid zodat de logé tijdens zijn, of haar, verblijf de best passende zorg krijgt. In 2022 werden er foto’s en video’s over logeren voor kinderen en logeren voor volwassenen geschoten voor voorlichting op papier, in social media of op de website www.kempenhaeghe.nl. Om logeren nog beter op de kaart te zetten, gaan we in 2023 ook werken aan een boekje ‘logeren bij Kempenhaeghe’.
De sterren van de video’s en fotografie zijn naast collega’s van Kempenhaeghe vooral Jase, zijn moeder en bewoner Mees. Mees logeerde bij Kempenhaeghe en heeft hier inmiddels zijn vaste woonplek gevonden. Jase logeert sinds vorig jaar op Den Vinckert. In de video’s lichten de moeder van Jase en de persoonlijk begeleider van Mees het waarom van logeren verder toe. Kinderneuroloog Judith Verhoeven en logeercoördinator Ellen Valkenaars vertellen hoe logeerzorg er in Kempenhaeghe uitziet en hoe deze vooraf goed wordt ingeregeld.
Informatie online
Wie meer wil weten over logeerzorg vindt de algemene video ‘Logeren bij Kempenhaeghe’ op de website https://www.kempenhaeghe.nl/onderwerp/logeren-met-epilepsie/. Geïnteresseerden kunnen met hun vragen altijd contact opnemen met het Zorgservicebureau van Centrum voor Epilepsiewoonzorg. Het Zorgservicebureau is ook het startpunt voor ouders die meer over logeren willen weten.
Project zorgoptimalisatie: overzicht houden essentieel
Het Zorgservicebureau (ZSB) is binnen het Centrum voor Epilepsiewoonzorg (CEW) de spin in het web als het gaat om planning en zorglogistiek. Om dit gecompliceerde en soms onoverzichtelijke proces, waarbij alle organisatieonderdelen en veel externe partijen betrokken zijn, verder te verbeteren, ging in 2022 het project zorgoptimalisatie van start. Projectleider Ellen van der Wiel legt uit dat er met de ingebruikname van een vast kantoor op een centrale plek in het klooster (hoofdkantoor van CEW, red.) en de uitbreiding naar vijf (parttime) medewerkers de bereikbaarheid en de bezetting sterk zijn verbeterd. “Daardoor konden we verbeterprocessen in gang te zetten. Daar zijn we in februari 2022 mee begonnen.” In kaart brengen Het startte allemaal met het in kaart brengen van de vele subprocessen. ZSB-medewerker Carin Scharroo somt er enkele op: “Informatie aan mensen die interesse hebben in de producten van Kempenhaeghe en het CEW, van wonen en logeren tot dagbesteding. Maar ook wachtlijstbeheer, overleg met het Zorgkantoor, zorgovereenkomsten, logeren, het is teveel om op te noemen. En vervolgens hebben we gekeken naar hoe we ze efficiënter en klantvriendelijker zouden kunnen inrichten.” Nieuw is dat er consequenter gebruik wordt gemaakt van het elektronisch patiëntendossier HiX. Carin: “Het is de bedoeling dat we alle patiëntgebonden gegevens kunnen terugvinden in HiX. Dat maakt alles een stuk overzichtelijker.” Lastenverlichting De eerste resultaten zijn duidelijk merkbaar. Ellen: “De rol van het ZSB is duidelijker geworden. Daardoor kunnen we in een vroeg stadium kijken of de financiering passend is bij de zorg die gevraagd wordt.” Volgens Ellen draagt dit bij aan een betere zorg voor de cliënt. “Er is een betere verbinding met de zorgprofessionals. En voor cliëntvertegenwoordigers wordt de administratieve last kleiner. Een voorbeeld is een nieuw aanmeldformulier, dat we hebben ontwikkeld in samenwerking met De Berkenschutse, zodat ouders met schoolgaande kinderen niet alle informatie twee keer hoeven aan te leveren.” Het streven is om in 2023 alle subprojecten af te ronden. Ellen besluit: “Het project zorgoptimalisatie zorgt voor overzicht. Dat is belangrijk, want ons werk is chaotisch door alle vragen die op ons afkomen. Maar dat maakt het nu juist zo leuk!”
