Participatie en inclusie

Duurzame vrijwillige inzet
Binnen Kempenhaeghe kiezen we er bewust voor om te werken met vrijwilligers. Vrijwilligers leveren een onmisbare bijdrage aan de missie van Kempenhaeghe: ‘Het bevorderen van kwaliteit van leven van mensen met epilepsie, slaapstoornissen, neurologische leerstoornissen en andere breingerelateerde aandoeningen. Nu en in de toekomst’ (Kempenhaeghe, 2024). Het zorgsysteem is in verandering en de samenwerking met informele zorgverleners wordt steeds belangrijker (kanslijn 5). Vrijwilligers spelen hierin een cruciale rol. Kempenhaeghe erkent de waarde van vrijwilligers en ziet hen als een integraal onderdeel van de organisatie.
Beleid vernieuwd
In 2024 is het vrijwilligersbeleid van Kempenhaeghe vernieuwd. Met als basis een vernieuwde visie passend bij de strategie van Kempenhaeghe 2030. Het beleid is samen met vrijwilligers en andere stakeholders opgesteld. “Vrijwilligers worden ingezet op basis van hun talenten omdat we ervan overtuigd zijn dat dit bijdraagt aan een duurzame samenwerking. Daarnaast zijn vrijwilligers onderdeel van de organisatie, zij vullen de professionele zorg aan en worden gezien als collega’s,” vertelt Carlijn Ceelen, adviseur vrijwillige inzet. “Samen streven we hetzelfde doel na: het bevorderen van de kwaliteit van leven van onze cliënten.”
Op dit moment zetten ruim 370 vrijwilligers zich in Kempenhaeghe in. Ze zijn niet meer weg te denken door hun uitzonderlijke betrokkenheid en de verbinding die ze aangaan met onze cliënten. Ze leveren direct of indirect een bijdrage aan het welzijn van cliënten en bieden een verdieping en verbreding in ons aanbod naar cliënten, die anders niet mogelijk was.
Online vrijwilligersportaal op komst
Kempenhaeghe herkent en erkent deze waarde van vrijwilligers en is dan ook zuinig op haar vrijwilligers. Carlijn Ceelen: “Ik vind het belangrijk dat vrijwilligers zich gezien en gewaardeerd voelen en dat ze worden geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen, zowel op locatie- als op organisatieniveau.” Een online vrijwilligersportaal dat in 2025 ontwikkeld en geïmplementeerd gaat worden gaat hieraan verder bijdragen. Ook zijn er duidelijke procedures rondom veiligheid en vrijwilligerswerk en een handboekje voor aandachtsfunctionarissen vrijwillige inzet. “Zodat zorgprofessionals goed weten hoe ze de samenwerking met vrijwilligers het beste kunnen vormgeven”. We gaan hierop in 2025 in diverse bijeenkomsten nog nader in.”
Vrijwilligers als het nieuwe goud in de zorg
Onder het motto ‘een goede buur is beter dan een verre vriend’ is Rina van de Ven regelmatig te vinden op woonafdeling Esdoornstraat, waar Twannie van Houts woonbegeleider en aandachtsfunctionaris vrije tijd is. Rina wipt regelmatig binnen voor een kopje koffie, doet boodschappen, helpt met eten of gaat wandelen met een cliënt. Zowel Rina als Twannie zijn enthousiast over de samenwerking. Rina haalt er een stuk zingeving uit; Twannie is blij met het werk dat uit handen wordt genomen. Een win-win situatie.
Hoe is het zo gekomen?
Rina: “In 2022 zijn we in Kloostervelden komen wonen, twee deuren verderop. Ik was toen nog actief in de uitvaartbranche. Dat is onregelmatig werk. De ene week werkte ik zestig uur, in de andere week bijna niet. Tijdens de jaarlijkse vrijwilligersdag ‘NL doet!’ was Twannie in de tuin aan het werk. Ik vroeg of ik iets kon doen. Ze noteerde direct mijn telefoonnummer en zo is het begonnen.
Twannie: “Op Esdoornstraat hebben we te maken met een oudere populatie. Familie woont vaak verder weg en daarom is het zo fijn om vrijwilligers te hebben. We hebben er ongeveer tien. Sommigen zijn gekoppeld aan één bewoner en komen op vaste tijden. Rina is allround. Ze is op meerdere fronten inzetbaar en komt wanneer ze nodig is. Ze kon direct aan de slag!”
Waar moet een vrijwilliger aan voldoen?
Twannie: “Iedereen is anders, maar er moet een klik zijn. Vrijwilligers komen iets brengen, maar ze moeten er ook iets voor terugkrijgen. Bij Rina voelde het meteen goed.” Rina: “Ik heb altijd iets met ‘contact met mensen’ gehad. Ik doe niets speciaals, maar ik help een handje waar mogelijk. En dat kan op allerlei vlakken zijn.”
Wat is er mooi aan vrijwilliger zijn?
Rina: “Als vrijwilliger kun je cliënten net dat beetje extra geven. Bijvoorbeeld gewoon een uurtje samen wandelen. Tijdens een-op-een gesprekken doe je geweldige ontdekkingen. Toen ik laatst met een cliënt wandelde, kwam ik er achter dat hij piano heeft gespeeld. Een volgende keer zijn we samen naar de boerderij gegaan en daar kroop hij direct achter de piano. Geweldig!”
Twannie: “Als medewerkers zijn we druk met de zorg en het runnen van de dagelijks gang van zaken. Het is superfijn dat we samen met de vrijwilligers kunnen zorgen voor een goede sfeer en fijne omgeving voor onze cliënten.”
Hoe belangrijk is die sfeer?
Twannie: “Omdat de cliënten ouder worden, is de sfeer binnenshuis steeds belangrijker. Daarom besteden we veel aandacht aan speciale gelegenheden en proberen van iedere dag een feestje te maken.”
Rina: “Daarom kom ik ook wel eens gewoon gezellig een kopje koffie drinken, helpen met de lunch, of - als het kan - koken.”
Wat levert het vrijwilligerswerk op?
Twannie: “Voor zorgmedewerkers is het fijn te weten dat onze cliënten in goede handen zijn bij mensen als Rina. We kunnen op hen bouwen en vertrouwen. Als je ziet dat een cliënt de dag afsluit met een glimlach omdat die met een vrijwilliger heeft opgetrokken, is mijn dag ook helemaal goed.”
Rina: “Heel veel voldoening. Vlak voor de kerst zijn we weer gestart om eens per maand te zingen in de kapel. Met cliënten, medewerkers en wijkbewoners. Als je dan het lied van Providentia hoort, krijg je kippenvel. Maar ik wordt ook al heel blij van een glimlach of een blijk van herkenning. Als een cliënt op het raam tikt wanneer ik langsloop en zwaait: ‘hallo buurvrouw, kom je koffie drinken’, dat is toch prachtig?”

Familiebeleid
De werkgroep familiebeleid richt zich op het bevorderen van samenwerking tussen cliënten, zorgprofessionals en naasten. De werkgroep bestaat uit verschillende professionals en familieleden. De werkgroep komt ongeveer vijf keer per jaar samen om de ontwikkelingen te volgen en nieuwe initiatieven aan te jagen. Er komt steeds meer erkenning voor het belang van het netwerk van de cliënt en de invloed hiervan op de kwaliteit van leven.
Het landelijke akkoord voor de gehandicaptenzorg benadrukt de rol van het eigen netwerk in de zorg. In Kempenhaeghe heeft de werkgroep zich in 2024 gericht op drie projecten via welke we familieparticipatie willen concretiseren:
Netwerkkaarten in de praktijk gebruiken
Netwerkkaarten, die het sociale netwerk van de cliënt zichtbaar maken, werden in pilotvorm verder toegepast om de verbinding hiermee te versterken. De pilot is geëvalueerd in juni met een panel van zorgprofessionals, ervaringsdeskundigen en familieleden.
Geconcludeerd is dat het werken met netwerkkaarten om maatwerk vraagt: per doelgroep, per levensfase, per behoefte van de cliënt en ook per behoefte van het netwerk. Gedragskundige Saskia Alemans: “Het werken met een netwerkkaart is voor sommige teams te veel een instrument, ‘een hoe’, terwijl het ‘waarom’ nog niet helemaal duidelijk is. Blijkbaar is het doel nog niet voor iedereen helder”. Beleidsmedewerker Anneke Rings vult aan: “door meer kennis en ervaring te delen, zal weerstand of vrees dat ‘samen zorgen’ ingewikkeld is, verminderen.”
De werkgroep familiebeleid zal in 2025 daarom weer veel aandacht besteden aan het informeren en vooral ook laten ervaren wat het samenwerken met naasten kan opleveren. Anneke Rings: “Dit gaan we onder andere doen via ervaringsleren en aandacht voor de verschillende perspectieven. Ook vanuit het regionale samenwerkingsverband, de VG-regiotafel zullen we hulpmiddelen hiertoe ontwikkelen. We denken aan een kennisbank, aan scholing en bewustwording. Want ook andere zorgorganisaties ervaren uitdagingen bij het in praktijk brengen van het samen zorgen in het netwerk.”
Familienet verder uitrollen
Het Familienet-systeem, waarmee naasten beter betrokken kunnen worden bij de dagelijkse zorg, is breder uitgerold en geïmplementeerd; ook naar dagbestedingslocaties, vrije tijd en sport en bewegen. Omdat nog niet al onze locaties zijn opgenomen in Familienet blijft dit in 2025 nog een aandachtspunt.
Dialoogmomenten organiseren
In 2024 waren er meerdere gesprekken en bijeenkomsten met zorgprofessionals, naasten en vrijwilligers om gezamenlijk de visie op familiebeleid te vormen. Deze visie komt in 2025 op papier en fungeert dan als richtingaanwijzer voor verdere ontwikkelingen.
Familieparticipatie zorgt voor méér contact
“Eigenlijk heb ik meer contact met Julia sinds ze op Kempenhaeghe woont dan voorheen.” Dat zegt oma Nell Engberts, die samen met moeder Fransje van Oost sinds 2024 wekelijks kookt op Den Vinckert, in de woongroep waar (klein)dochter Julia sinds 2019 woont. Julia (18) heeft het syndroom van Dravet en een algehele ontwikkelingsachterstand. In 2025 verhuist Julia naar een woongroep op Kloostervelden, waar Nell en Fransje het koken ook hopen op te pakken.
Fransje vertelt dat de beslissing om Julia naar Kempenhaeghe te verhuizen niet gemakkelijk was. “Het ging slecht met Julia, tijdens de puberteit verschoven haar epilepsieaanvallen van de dag naar de nacht. Het waren er veel en ze wilde geen medicatie innemen. Dat zette ons gezin enorm onder druk. Toen Julia vanuit de overbelaste thuissituatie naar Kempenhaeghe ging, bleek dat voor iedereen beter: voor Julia zelf, en voor ons gezin.”
Ambassadeur
Fransje had al snel behoefte om meer betrokken te zijn bij de woongroep van haar dochter en is inmiddels ook ambassadeur voor familieparticipatie. “Ik zocht al langer naar mogelijkheden om mee te denken, ook om te zien hoe het met Julia gaat en wie er rondom haar heen staan. Familieparticipatie biedt een manier om die wens te structureren. Voor ons is het een goede, laagdrempelige manier om medebewoners en begeleiders te leren kennen. Voor de cliënten is het fijn als ze familie om zich heen hebben.”
Genieten
Het koken gebeurt met een groepje kinderen en in afstemming met de activiteitenbegeleiding. Fransje: “Alle kinderen krijgen een koksmuts op en we doen van alles: ze mogen paprika’s in kleine stukjes snijden, tafel dekken of groente in de pan doen. Maar ook op deksels slaan, proeven en zingen. Soms eten we iets uit de oven en dan mag er iemand de röstirondjes op het blik leggen. Ze genieten enorm van de activiteiten en wij ook.” Wat er is gekookt, wordt gezamenlijk opgegeten. Dat begint met een kopje soep, dan het hoofdgerecht en vervolgens een toetje, bij voorkeur met knettersuiker. En daarna gaat het in optocht naar de koffieautomaat voor een kopje koffie na.
Oma Nell sloot al snel aan bij het koken. “Het is niet alleen gezellig, maar ik heb ook een hele goede band gekregen met Julia. Ik zie haar nu iedere week en dat was vroeger niet zo. Maar ook met de andere kinderen krijg je een band. Je leert ze kennen als mens; niet als een gehandicapt kind.”
Goede afspraken
Fransje beschouwt de woongroep als het tweede gezin van haar dochter. “Het grote voordeel is dat de begeleiding veel makkelijker aan ons iets durft te vragen en andersom ook, omdat we elkaar goed hebben leren kennen.” Ze pleit voor veel meer familieparticipatie. “Er is nog onwennigheid. Maar als we gezamenlijk - medewerkers en familie - kijken naar hoeveel moois het kan brengen, verdwijnen beren op de weg vanzelf.”
Samen
Alles begint volgens Fransje en Nell met open staan voor elkaar. “Het zou goed zijn als er op iedere woning een contactpersoon familieparticipatie zou zijn en als Kempenhaeghe zou onderzoeken hoe ze ouderparticipatie een gezicht kan geven. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met een proeftuin in een of twee woningen en het dan uitbreiden naar de andere woningen.” Wel benadrukken ze het belang van goede afspraken maken rondom de activiteiten en het uitspreken van verwachtingen. “Julia heeft bijvoorbeeld moeite met overgangen. Wij weten wat dan werkt en wat niet werkt. Die kennis delen we met de begeleiding. Zo kunnen we samen de zorg delen en samen de zorg dragen. Hoe mooi is dat?”
Een speeltuin voor iedereen
In september 2024 was het zover. Vlakbij het opnamecentrum in Heeze opende Kempenhaeghe een vernieuwde inclusieve speeltuin. De openingshandeling werd verricht door PSV-mascotte Phoxy, die samen met kinderen en Kempenhaeghe-bestuurder Anouk Vermeer een lint doorknipte. Kempenhaeghe-mascotte Kempy was er natuurlijk ook bij. Met drie nieuwe unieke speeltoestellen is de speeltuin toegankelijk voor álle kinderen, ongeacht hun eventuele beperking.
Veel kinderen met een beperking staan in traditionele speeltuinen letterlijk en figuurlijk buitenspel. Kempenhaeghe vindt dat ieder kind, ongeacht zijn of haar beperking, moet kunnen meedoen. Want spelen, ook samen met broertjes en zusjes (de ‘brussen’), is belangrijk voor alle opgroeiende kinderen.
Inclusief spelen
In de vernieuwde speeltuin draait het om wat wél mogelijk is: kinderen met én zonder beperking kunnen er genieten en spelen. De ontwerpers van de speeltoestellen kregen de opdracht toestellen te bedenken die kwaliteit van leven van kinderen én hun families verhogen. Zo wordt spelen een geluksmomentje.
Balletje trappen
Tijdens de feestelijke opening werden de nieuwe toestellen uitgeprobeerd en goed bevonden! Maar dat was nog niet alles. PSV-mascotte Phoxy had de kampioensschaal van PSV meegenomen. Zo konden ook kinderen die niet naar het stadion kunnen gaan de schaal met eigen ogen zien. En terwijl ouders genoten van een hapje en een drankje, trapten de kinderen een balletje met Phoxy.
De uitbreiding van de inclusieve speeltuin is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Kansfonds Klein Geluk. Ook het Vriendenfonds Kempenhaeghe deed een flinke bijdrage. Er zijn inmiddels plannen voor verdere uitbreiding.
Eveline’s zoon Olivier woont in Kempenhaeghe. Als het even kan bezoekt ze Olivier samen met haar andere kinderen Beertje en Bent. “Dan kunnen de kinderen samen spelen in de speeltuin die voor alle kinderen iets te bieden heeft. Hier kunnen we samen een gezin zijn.”
Waar dagbesteding en horeca samen schitteren!
In Kloostervelden liggen dagbestedingslocatie De Kooksterren en Brasserie de Broeders letterlijk dicht bij elkaar. Al eerder maakten ze gebruik van elkaars nabijheid. In een pilot gaan de dagbestedingslocatie en de horecagelegenheid daadwerkelijk hand-in-hand.
De deelnemers aan De Kooksterren zijn al bekend van hun Brabantse worstenbroodjes, hartige quiche, luxe monchoutaart, huisgemaakte granola en verantwoorde lekkernijen zonder geraffineerde suiker. Twee dagen per week werken deze cliënten van Kempenhaeghe aan een flink aantal bestellingen waarvoor ze de heerlijkste lekkernijen maken.
Vaardigheden horecavak leren
In een nieuwe vorm van samenwerking met De Broeders krijgen deelnemers van De Kooksterren nog meer ruimte om hun talenten te ontdekken, werkervaring op te doen in een levendige horecasetting en zo persoonlijke groei te ervaren. Want sinds 1 november 2024 zijn de cliënten elke woensdag en vrijdag tussen 9.30 en 15.30 uur te vinden in de Brasserie van de Broeders.
Ze leren hier allerlei vaardigheden uit het horecavak: van het opnemen van bestellingen, het schenken van drankjes tot het samen met de kok bereiden van smakelijke gerechten. In de authentieke en inspirerende omgeving van Kloostervelden proeven zij van het échte restaurantleven en ervaren ze wat er allemaal komt kijken bij gastvrijheid.
Inclusieve samenwerking
De pilot draait echter om meer dan werkervaring alleen, zo stellen de begeleiders van De Kooksterren. “Het is een kans voor onze deelnemers om zelfvertrouwen op te bouwen en hun sociale en praktische vaardigheden te laten groeien. We willen hen een plek bieden waar iedereen zich welkom en gewaardeerd voelt. Zo kunnen de deelnemers een belangrijke stap in hun persoonlijke ontwikkeling zetten.”
Ook de collega’s van Brasserie de Broeders kijken met enthousiasme naar deze inclusieve samenwerking: “Deze pilot sluit perfect aan bij onze visie op gastvrijheid, waarin iedereen, medewerker of gast, zich thuis mag voelen.”
Tuindromen
Het is voorjaar/begin zomer. We kijken vanuit lokaal Goud in het Klooster naar buiten en ….. joepie … de zon schijnt. Gauw de jassen aan en naar buiten! Want Mariet heeft ons al via de app doorgegeven welke bloemen we mogen gaan plukken in de verfplantentuin.
Tassen en de snoeischaar mee en daar gaan we. De juiste planten zijn gauw gevonden en er wordt flink geplukt en geknipt door Katrien. Roland plant de nieuwe aardbeienplantjes in de bakken zodat we deze in de zomer kunnen gaan proeven. Johanna geniet van het zonnetje op haar gezicht op het bankje en kletst met de mensen die voorbij komen. Ondertussen gaat Fokke op onderzoek uit of de bessen al lekker groeien. Want als ze dik genoeg zijn plukken we die ook en snoepen we ze lekker op in de tuin of bij de koffie in het Klooster.
